Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

Expressions of epistemic modality in Mainland Scandinavian. A study into the lexicalization-grammaticalization-pragmaticalization interface

11 oktober 2012

Promotie: mw. K. Beijering, 14.30 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen

Proefschrift: Expressions of epistemic modality in Mainland Scandinavian. A study into the lexicalization-grammaticalization-pragmaticalization interface

Promotor(s): prof.dr. M. Norde, prof.dr. J. Hoeksema

Faculteit: Letteren

Vergelijkende studie naar het ontstaan van epistemische uitdrukkingen in de continentaal-Scandinavische talen

In Karin Beijerings proefschrift wordt een vergelijkende studie naar het ontstaan van epistemische uitdrukkingen in de continentaal-Scandinavische talen beschreven en geanalyseerd in relatie tot verschillende typen taalverandering, namelijk lexicalisatie, grammaticalisatie en pragmaticalisatie. De casestudies in dit proefschrift, i.e. de modale (hulp)werkwoorden moeten/mogen, het epistemisch bijwoord misschien, het epistemisch/vraagpartikel mon ‘ik vraag me af’, en de discourse marker ik denk, vormen een probleem voor traditionele analyses binnen grammaticalisatiestudies. Ze kunnen niet zonder meer geclassificeerd worden als zijnde (prototypische) gevallen van lexicalisatie, grammaticalisatie of pragmaticalisatie omdat ze zich in het grensgebied tussen deze verschillende typen taalverandering bevinden.

In deze studie worden lexicalisatie, grammaticalisatie en pragmaticalisatie gedefinieerd als samengestelde veranderingen die bestaan uit i) formele heranalyse en semantische herinterpretatie, ii) primitieve veranderingen op verschillende taalkundige niveaus (morfologie, fonologie, syntaxis, semantiek en pragmatiek), en iii) de bijeffecten van deze (micro-)veranderingen zoals bijvoorbeeld frequentie en productiviteit. Door de verschillende typen taalverandering op dezelfde manier te definiëren kunnen ze vergeleken worden in een verenigd model van taalverandering waarin de gemeenschappelijke en onderscheidende kenmerken zijn ondergebracht.

De analyse is gebaseerd op clusters van eigenschappen in plaats van strikte categorisatie. Deze clusters kunnen samenvallen met alle kenmerken die traditioneel geassocieerd worden met bijvoorbeeld grammaticalisatie, maar ze kunnen ook alternatieve patronen vormen en eigenschappen van meerdere typen verandering hebben. Het voordeel van de clustermethode ten opzichte van categorisatie is dat zowel prototypische als marginale gevallen van een bepaald type taalverandering kunnen worden onderscheiden, maar ook de grensgebieden tussen lexicalisatie, grammaticalisatie en pragmaticalisatie.

Karin Beijering (Emmen, 1984) studeerde Neurolinguistics and models of grammar (research master) aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze verrichtte haar onderzoek aan het Center for Language and Cognition Groningen CLCG, Faculteit der Letteren van de RUG.

Laatst gewijzigd:13 maart 2020 00:59
View this page in: English

Meer nieuws

  • 25 maart 2024

    Dyslexie: een 'onderschatte' stoornis

    Liset Rouweler is onderzoeker bij het Dyslexiecentrum Groningen. Volgens haar hebben zo'n 1000 tot 1500 studenten aan de RUG dyslexie, desondanks weten velen niet waar ze terechtkunnen. Rouweler en haar team proberen deze groep een handje te helpen...

  • 18 maart 2024

    VentureLab North helpt onderzoekers op weg naar succesvolle startups

    Het is menig onderzoeker al overkomen. Tijdens het werken vraag je je opeens af: zou dit niet ontzettend nuttig zijn voor de mensen buiten mijn onderzoeksveld? Er zijn allerlei manieren om onderzoeksinzichten te verspreiden. Denk bijvoorbeeld aan...

  • 04 maart 2024

    Een plantaardige sensor

    In Makers van de RUG belichten we elke twee weken een onderzoeker die iets concreets heeft ontwikkeld: van zelfgemaakte meetapparatuur voor wetenschappelijk onderzoek tot kleine of grote producten die ons dagelijks leven kunnen veranderen. Zo...