Taken en bevoegdheden
Algemene taken
De UR heeft tot taak de visies en belangen van personeel en studenten in het kader van de doelstellingen van het onderwijs en onderzoek in de universiteit ter zake van het beleid en de besluitvorming te doen afwegen. De raad bevordert daarbij naar vermogen openheid, openbaarheid en onderling overleg in de universiteit, waakt tegen discriminatie op welke grond dan ook, en bevordert gelijke behandeling alsmede de inschakeling van alle groepen uit de samenleving.
Bespreek- en initiatiefrecht
De Universiteitsraad (UR) is bevoegd alle aangelegenheden de universiteit betreffende te bespreken, en hierover aan het College van Bestuur (CvB) voorstellen te doen en standpunten kenbaar te maken. Het CvB brengt op deze voorstellen binnen drie maanden een schriftelijke, met redenen omklede reactie uit aan de UR in de vorm van een voorstel. Alvorens over te gaan tot het uitbrengen van zijn reactie, stelt het college de raad ten minste eenmaal in de gelegenheid met hem overleg te plegen over zijn voorstel.
Instemmingsrecht
Het CvB behoeft de voorafgaande instemming van de UR voor elk te nemen besluit met betrekking tot ten minste de vaststelling of wijziging van:
- het instellingsplan;
- de vormgeving van het systeem van kwaliteitszorg en het voorgenomen beleid in het licht van de uitkomsten van de kwaliteitsbeoordeling;
- het studentenstatuut;
- het bestuurs- en beheersreglement;
- regels op het gebied van de arbeidsomstandigheden;
- de keuze uit medezeggenschapsstelsels;
- het beleid bij het treffen van voorzieningen voor de financiële ondersteuning van studenten die door bijzondere omstandigheden studievertraging oplopen;
- regels voor promotieonderwijs;
- voorzieningen en regels voor de financiële ondersteuning van promotiestudenten uit het profileringsfonds;
- het kiesreglement;
- de hoofdlijnen van de jaarlijkse begroting en wijzigingen in het verdeelmodel;
- de studievoorschotmiddelen en kwaliteitsafspraken;
- het verzorgen van een opleiding in het buitenland;
- het reglement voor de universiteitsraad;
- de interne organisatie van de studentenvoorzieningen; en
- het bindend studieadvies.
Het CvB behoeft de voorafgaande instemming van het deel van de UR dat uit en door het personeel is gekozen, voor elk te nemen besluit met betrekking tot aangelegenheden van algemeen belang voor de bijzondere rechtstoestand van het personeel in de universiteit.
Adviesbevoegdheid
Het CvB vraagt voorafgaand advies van de UR voor elk te nemen besluit in ieder geval met betrekking tot:
- aangelegenheden die het voortbestaan en de goede gang van zaken binnen de universiteit betreffen;
- de begroting;
- de jaarplannen van de Arbo- en Milieudienst (AMD);
- een reorganisatie; en
- de benoeming van de leden van het Centraal Uitvoeringsorgaan voor de Studentenorganisaties (CUOS) en de Redactieraad van de Universiteitskrant (UK).
Het CvB vraagt voorafgaand advies van het deel van de UR dat uit en door de studenten is gekozen, voor elk te nemen besluit in ieder geval met betrekking tot:
- het algemeen personeels- en benoemingsbeleid;
- het beleid ten aanzien van het instellings- en wettelijk collegegeld, en de regelingen ten aanzien van terugbetaling van wettelijk collegegeld en de criteria en de procedure voor dispensatie van betaling van een hoger collegegeld;
- de regeling voor de criteria en procedure bij de selectie van studenten in het geval van beroeps- en opleidingsspecifieke aanvullende eisen, opleidingen en lerarenopleidingen op het gebied van de kunst, beperking van eerste inschrijving op grond van beschikbare onderwijscapaciteit, aanvullende kwalitatieve toelatingseisen voor masteropleidingen, en een speciaal traject gericht op het behalen van een hoger niveau; en
- de regels met betrekking tot studiekeuzeadviezen en -activiteiten.
Formeel advies wordt gevraagd op een zodanig tijdstip dat het van wezenlijke invloed kan zijn op de besluitvorming en na overleg uitgebracht.
In het Reglement Universiteitsraad zijn nadere bevoegdheden inzake gelijke behandeling, veiligheid, gezondheid, en welzijn in de universiteit vastgelegd; in de RUG Reorganisatiecode en het Convenant met het Lokaal Overleg (LO) de nadere bevoegdheidsverdeling inzake personeelsbeleid, arbeidsvoorwaarden, rechtspositie van medewerkers, ARBO-zaken, en reorganisaties.
Dit overzicht is niet uitputtend. In het kader van bovenstaande rechten en plichten, en voortvloeiend uit andere verplichtingen of verzoeken, wordt doorgaans nog een aantal zaken ter instemming, advisering, bespreking, of kennisgeving geagendeerd, zoals de agenda en besluiten van het CvB; aanmeldingen en inschrijvingen; onderwijsregelingen; het bestuursverslag en de jaarrekening, en overige relevante verslagen en evaluaties.
Zie voor nadere afstemming van de werkwijze het Convenant met het CvB.
Laatst gewijzigd: | 16 mei 2023 10:57 |