Corona en de open samenleving
Datum: | 26 mei 2020 |
Auteur: | Jouke de Vries |

COVID-19 is een afschuwelijk virus, maar de aanpak ervan is politiek en wetenschapsfilosofisch zeer interessant. Bij het noemen van politiek en wetenschapsfilosofie denk ik automatisch aan Karl Popper. Zijn wetenschapsfilosofische werk De groei van kennis paste hij ook toe op zijn politieke analyse De open samenleving en zijn vijanden. Deze boeken maakten als jong student een onuitwisbare indruk op mij.
Bij de bestrijding van het coronavirus is een belangrijke vraag welk politiek regime het probleem het beste aanpakt: een democratisch regime of een autocratisch regime? Een open samenleving met concurrerende ideologieën of een gesloten samenleving met apodictische ideologieën? Aanvankelijk leken autocratische regimes in het voordeel, omdat zij snellere besluiten konden nemen en leken democratieën moeizamer op gang te komen.
Ik wil de vraag proberen te beantwoorden voor Nederland, maar dat kan nog geen volledig antwoord zijn omdat veel nog onbekend is en de crisis zich nog ontwikkelt. Nederland is een open samenleving met een meerpartijenstelsel. Aanvankelijk leunde het kabinet sterk op de experts van het RIVM onder leiding van de onverstoorbare Jaap van Dissel. Het kabinet moest met 50% kennis, toch 100% beslissingen nemen. Het kabinet leunde daarbij sterk op het Outbreak Management Team, dat bij het analyseren van het probleem van bepaalde assumpties uitging: 1. het was maar een griepje, 2. het treft alleen oude mensen, 3. kinderen kunnen het niet overdragen, en 4. mondkapjes hebben geen effect.
Het interessante is dat gedurende de ontwikkeling van het virus en de toenemende maatschappelijke discussie daarover deze uitspraken ter discussie werden gesteld. Men kan in ‘Popperiaanse zin’ niet aantonen dat zij waar zijn, maar wel dat zij niet waar zijn, waardoor de groei van kennis mogelijk is. Het was niet zomaar een griepje, het trof ook jonge mensen, kinderen kunnen het ook overdragen en het is de vraag of mondkapjes geen effect hebben.
Politici en wetenschappers komen al zoekend en tastend, met vallen en opstaan – incrementeel – verder bij het beantwoorden van de vele vragen (de groei van kennis). Met vallen en opstaan proberen wij met z’n allen tot een betere verklaring van een verschijnsel te komen. Een open samenleving die variëteit en selectie toelaat, is tot veel in staat.
Jouke de Vries
Voorzitter College van Bestuur
26 mei 2020