Prosthetic valves in the pulmonary position

Vervanging van de longslagaderklep

In de laatste decennia is de levensverwachting van mensen met aangeboren hartaandoeningen toegenomen, waardoor meer patiënten de volwassen leeftijd bereiken. Een groot deel van deze patiënten heeft een klepvervanging gehad. De meest voorkomende klepvervangingen zijn aortaklep- en pulmonale klepvervanging. De aorta- en pulmonaalklep lijken veel op elkaar; maar de hemodynamische omstandigheden verschillen tussen beide posities. Waar in het linker-ventrikel een hogedruksysteem heerst, functioneert het rechter ventrikel onder een lagedruksysteem. Het verschil in hemodynamische omstandigheden geeft een verklaring voor het feit dat pulmonaalkleppen groter zijn dan aortakleppen. Er zijn verschillende opties voor chirurgische vervanging van de pulmonaalklep. De meeste van deze kleppen zijn  ontwikkeld voor de aorta- of mitraalpositie, en worden off-label gebruikt in de pulmonaalpositie. Onderzoek heeft aangetoond dat klepvervanging in de pulmonaalpositie een hoger risico geeft op falen van de klepprothese dan in de aortapositie. In haar proefschrift wil Pragt inzicht geven in de prevalentie, mechanismen en het effect van pulmonale klepvervanging.

Pragt analyseerde klepprotheses in de pulmonaalpositie. De resultaten van haar proefschrift laten zien dat er een behoefte is aan een geschikte klep voor pulmonale klepvervangingen, afgestemd op de fysiologische omstandigheden in het rechter ventrikel en de jonge leeftijd van deze populatie. De momenteel beschikbare kleptypes hebben elk hun eigen beperkingen die de neiging hebben meer tot uiting te komen in de pulmonaalpositie. Pragt heeft aangetoond dat een mechanische klepprothese een geschikte optie kan zijn voor een pulmonale klepvervanging. Verder heeft ze aangetoond dat de functionaliteit van klepprotheses beïnvloed wordt door de hemodynamische omstandigheden waarin de klep wordt geplaatst.

Haar resultaten tonen aan dat de kwaliteit van leven van patiënten met een aangeboren hartafwijking en een klepprothese niet op alle aspecten vergelijkbaar is met die van de algemene bevolking. Over het algemeen kan worden geconcludeerd dat het gebruik van de bestaande hartklepprotheses in de pulmonale kleppositie suboptimaal is.

CV Hanna Pragt Hanna Pragt (1988) studeerde Biomedical Engineering aan de Rijksuniversiteit Groningen . Haar promotieonderzoek vond plaats bij de afdeling Thoraxchirurgie onder leiding van Prof. Dr. Ebels. aan het Universitair Medisch Centrum Groningen. Inmiddels is zij werkzaam als coördinator medische technologie bij de Treant Zorggroep. De titel van haar proefschrift luidt: Prosthetic valves in the pulmonary position.

Proefschrift: http://hdl.handle.net/11370/d08c938a-1399-4eaa-b439-b4a4088c36aa