Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Passive digital phenotyping

objective quantification of human behaviour through smartphones
Promotie:Dhr. N. (Niels) Jongs
Wanneer:18 juni 2021
Aanvang:12:45
Promotors:prof. dr. M.J.H. (Martien) Kas, prof. dr. M.J.C. Eijkemans
Copromotor:dr. J.A.S. Vorstman
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Science and Engineering
Passive digital phenotyping

Kwantificeren van gedrag met smartphones in plaats van vragenlijsten

Niels Jongs toont aan dat het gebruik van smartphonedata veelbelovend is voor het (psychiatrisch) kwantificeren van  gedrag en objectiever is dan met traditionele methoden zoals vragenlijsten. De toekomst moet uitwijzen hoe wetenschappelijk duurzaam deze methode is, daar Apple en Google continu de spelregels  en mogelijkheden op hun platforms blijven aanpassen.

Jongs: ‘Passieve digitale fenotypering is gedefinieerd als de passieve kwantificering van menselijk gedrag via apparaten zoals de smartphone. Door cruciale voordelen ten opzichte van traditionele vragenlijsten wordt deze methode steeds vaker toegepast als onderzoeksinstrument. Deze trend is voornamelijk zichtbaar in wetenschappelijke disciplines die zich bezighouden met het bestuderen van psychiatrische stoornissen en hun onderliggende biologische mechanismen. De twee belangrijkste voordelen van deze methode zijn 1) dat het gedrag passief en zonder actieve input van de deelnemers wordt gekwantificeerd over een langere tijdsperiode en 2) dat de data relatief minder subjectief is. De grootste uitdaging voor het toepassen van deze methode in de wetenschap is het afleiden van valide en klinisch relevante gedragsfenotypen uit smartphone data die is verzameld door een verscheidenheid aan sensoren en over een langere tijdsperiode.

In dit proefschrift introduceren en valideren we eerst een aantal statistische methoden die gebruikt kunnen worden om gedragsfenotypes af te leiden uit smartphone data. Daarnaast hebben we ook gekeken of de gevonden gedragsfenotypen klinisch relevant zijn in de context van psychiatrische stoornissen. Alle hoofdstukken samen suggereren dat deze zogenaamde digitale fenotypes betrouwbaar kunnen worden afgeleid en dat ze voornamelijk verband houden met verschillende aspecten van sociaal functioneren. Daarnaast laten we ook zien dat deze fenotypes kunnen worden gebruikt om op een data gedreven manier onderscheid te maken tussen psychiatrisch gezonde individuen en patiënten met schizofrenie of Alzheimer.’