Skip to ContentSkip to Navigation
Maatschappij/bedrijven Wetenschapswinkels Onderwijs

Lopende projecten

Bij de Wetenschapswinkel Onderwijs worden verschillende soorten projecten uitgevoerd. Hieronder ziet u een aantal projecten dat nu loopt.

De rol van denominatie bij schoolkeuze

Leerlingen en ouders moeten aan het eind van groep acht een school kiezen voor vervolgonderwijs.
Binnen het geschikte schoolniveau, kunnen de leerling en zijn of haar ouders zelf een keuze maken voor een middelbare school. De vraag is op welke zaken ouders en kinderen letten bij het kiezen van een middelbare school en welke factoren hierbij doorslaggevend zijn. Deze factoren zijn samen te vatten in twee hoofdkenmerken: schoolkenmerken en thuiskenmerken. Onder schoolkenmerken vallen factoren die specifiek zijn voor de school die mee kunnen spelen bij de keuze voor de school, zoals denominatie, sociaal milieu van de leerlingpopulatie, onderwijskwaliteit, reputatie en geografische ligging. Onder thuiskenmerken vallen factoren die specifiek zijn voor de leerling en zijn of haar ouders, zoals hun levensovertuiging, sociale milieu en etniciteit (Denessen, Driessena & Sleegers, 2005). In dit onderzoek wordt gekeken naar in hoeverre denominatie meespeelt bij de keuze voor een middelbare school en of deze gelinkt is aan de mate van religiositeit van de ouders. De onderzoeksvraag luidt dan ook: Welke rol speelt denominatie in schoolkeuze van christelijke en niet-christelijke ouders in vergelijking met andere keuzefactoren?’

Plaatsing in Friesland

Het geven van een juist schooladvies aan leerlingen van groep acht lijkt steeds belangrijker te worden. Er wordt van scholen steeds meer verlangd dat ze opbrengstgericht werken en daarbij hoort ook het juist plaatsen van leerlingen zodat de kans op het behalen van een diploma groter wordt. Er blijkt echter nogal wat mis te zijn met deze schooladviezen omtrent plaatsing van het basis onderwijs naar het voortgezet onderwijs. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat een grootaantal leerlingen onder- of juist over geadviseerd wordt. Dit kan schadelijk zijn voor de schoolloopbaan van de leerlingen en de kans op het behalen van een diploma. Het blijft echter de vraag waarom het de ene leerling die verkeerd geplaatst is binnen het onderwijs het wel lukt om met een diploma van school te gaan, terwijl een andere leerling die verkeerd is geplaatst bijvoorbeeld afstroomt of zelfs vastloopt binnen het onderwijs. Om hier meer zicht op te krijgen als wel op het beleid van de instroom van leerlingen naar het voortgezet onderwijs wordt er op een school in Burgum (Friesland) onderzoek gedaan. Er wordt gekeken hoe de schooladviezen tot stand komen, hoe de instroom van leerlingen van het basis onderwijs naar het voorgezet onderwijs er uit ziet en tot slot welke factoren een rol spelen bij leerlingen die te hoog of te laag geplaatst zijn maar toch met een diploma van school af komen in vergelijking met leerlingen die zich niet weten te handhaven op het niveau waar ze vanuit groep acht geplaatst zijn.

Differentiatie in de klas

In het primair onderwijs merken leerkrachten dat ze steeds meer te maken krijgen met leerlingen met uiteenlopende behoeftes. Passend onderwijs vraagt om leerkrachten die goed kunnen omgaan met verschillende soorten (zorg)leerlingen. Differentiatie is hét onderwijskundig middel om ervoor te zorgen dat het onderwijs aansluit bij alle leerlingen. Het onderzoek richt zich op de verschillende vormen van differentiatie in de klas en hoe dit meetbaar gemaakt kan worden. In het kader van het onderzoek ontvangen de leerkrachten een cursusmiddag over differentiatie en vervolgens wordt er getoetst of dit effect heeft op de mate van differentiatie in de klas.

Intelligentie en dyslexie

Enrique en Hugo zijn volgens hun ouders zeer dyslectisch en hoogbegaafd. Scholen weten niet wat ze met deze leerlingen aanmoeten en daarom gaan deze broers maar liever zeilen. Het meten van de capaciteiten van zwakke technische lezers en dyslectici is een probleem, want de vragen in de test moeten ze lezen en dat kunnen ze nauwelijks. Daardoor begrijpen ze de vraag niet en maken hem fout en dus niet omdat ze een te lage intelligentie zouden hebben. Veel interne begeleiders op basisscholen in heel Nederland vragen zich af of het voorlezen van deze leesvragen niet beter zou zijn om zo voor deze leerlingen een betere schatting van hun capaciteiten te krijgen. Daarmee kunnen ze dan voor de leerlingen een realistischer ontwikkelingsprofiel opstellen. De 18 scholen verenigd onder de naam Accrete in de Kop van Overijssel hebben deze vraag opgepakt.  

Evaluatie SpelABC

De leerling populatie in het Praktijkonderwijs (Pro) wordt gevormd door 12-18 jarigen met een mentale achterstand. Zij hebben grote moeite met de theoretische vakken waaronder het spellen. Sinds kort is er een spellingsmethode speciaal voor het Pro beschikbaar: SpelABC. De lesstof hierin is gedifferentieerd naar de range van het Pro, biedt lange tijd slechts een spellingsprobleem aan en dan pas mixed problemen, gebruikt woorden die bij deze leerlingen aansluiten en houdt alles zo simpel mogelijk. De vraag vanuit het veld was of deze methode nu echt beter werkt dan de gangbare praktijk waarin docenten uit basisschool methoden de les samenstellen.

Effecten van tweetalig basisonderwijs op het leren van Engels

De Groninger School Vereniging (GSV) biedt vanaf het begin van de basisschool Engels aan. Ook wordt bijvoorbeeld gymnastiek in het Engels gegeven. Het is evident dat op tweetalige scholen de leerlingen beter Engels leren dan op scholen waar dat pas in de laatste twee leerjaren het geval is. Wanneer echter de zaakvakken ook in het Engels worden gegeven dan is onduidelijk of de leerlingen deze zaakvakken wel goed leren, misschien wordt de uitleg in het Engels toch wel minder goed begrepen?

Evaluatie OBIT-traingen

OBIT staat voor Onthouden, Begrijpen, Integreren en Toepassen. Onderwijsadviesbureau APS heeft een training ontwikkeld om docenten in het voortgezet onderwijs te leren om hun onderwijs zo te geven dat de leerlingen stof beter begrijpen en kunnen toepassen, en minder de nadruk te leggen op onthouden of het toepassen van procedures die geen reflectie vereisen. De vraag is of deze training ook werkt? Het onderzoek richt zich op de toetsen die docenten maken, we verwachten dat docenten na het volgen van de training meer inzicht en toepassingsvragen stellen.

Laatst gewijzigd:17 augustus 2020 11:52