Skip to ContentSkip to Navigation
Maatschappij/bedrijven Kennis en leren Spraakmakende boeken

Laurent Binet: De zevende functie van taal

(Meulenhoff, 2016)

Spreker

prof. dr. Barend van Heusden

Plaats Academiegebouw (Offerhauszaal) - Broerstraat 5, Groningen
Datum 26 Januari 2017, 19.45u - 21.30u
Toegang

vrij, aanmelding niet verplicht

De zevende functie van taal (Meulenhoff, 2016)
De zevende functie van taal (Meulenhoff, 2016)

De zevende functie van taal (La septième fonction du langage, 2015) is een ‘afrekening in het circuit’. Laurent Binet houdt niet van half werk. Hij heeft zich voorgenomen niets heel te laten van een groep intellectuelen die in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw het intellectuele debat in Frankrijk bepaalde, nl. de (Franse) structuralisten. De vorm die hij heeft gekozen is die van een parodie op de detective: twee onderzoekers gaan, wanneer de beroemde publieke intellectueel Roland Barthes in maart 1980 lijkt te zijn vermoord (in werkelijkheid werd hij het slachtoffer van een aanrijding), op zoek naar een gestolen manuscript en waarvan ze vermoeden dat het de aanleiding was tot de moord. Het manuscript handelt over de zevende functie van taal en is geschreven door de Russische linguïst Roman Jakobson, in werkelijkheid inderdaad de auteur van een beroemd artikel over de zes functies van taal, en algemeen beschouwd als één van de grondleggers van het structuralisme. Het stuk over de zevende functie zou door Jakobson nooit openbaar zijn gemaakt omdat wie het in zijn bezit krijgt over een ongekende (taal)macht beschikt. Wat volgt is een absurde jacht op het manuscript in Europa en Amerika, die tegelijk ook een duizelingwekkende tocht is in de achtbaan van het Franse structuralistische denken.

Binet heeft zich grondig gedocumenteerd en ontmaskert in De zevende functie van taal met verbale flair, en met soms bijtende humor, de retoriek van een aantal beroemde en beruchte Franse intellectuelen (met name Michel Foucault, Jacques Derrida, Julia Kristéva, Philippe Sollers en Louis Althusser moeten het ontgelden). Dit alles tegen de historische en culturele achtergrond van de verkiezingsstrijd, in 1980-1981, tussen de linkse presidentskandidaat François Mitterand en de zittende conservatieve president Valéry Giscard d’Estaing – een strijd die overtuigend gewonnen werd door Mitterand, nadat hij Giscard in een TV-debat verpletterend had verslagen.

In mijn lezing zal ik ingaan op de historische en culturele achtergrond van de roman. Enige kennis daarvan lijkt mij noodzakelijk om de rijkdom van dit boek te kunnen waarderen. Vervolgens bespreek ik de gekozen literaire vorm (de parodie op de detective) en zal ik proberen de dubbele thematiek van het boek – de kritiek op het (Franse) structuralisme enerzijds, en de speelse analyse van retorisch taalgebruik als één van de kernthema’s van dit structuralisme anderzijds – te duiden.

Laatst gewijzigd:28 mei 2019 15:45