Skip to ContentSkip to Navigation
Maatschappij/bedrijven Wetenschapswinkels Wat doen de Wetenschapswinkels?

Over de Wetenschapswinkels

“Hartelijk dank voor de bijzonder fijne behandeling van mijn vraag over zilvervisjes. Eindelijk eens iemand die weet waar ’t over gaat en die moeite wil doen.” Wie in het archief van de Groninger wetenschapswinkels rondneust, komt vaker dit soort berichten tegen. Opvallend: burgers of organisaties die een markante vraag hebben, maar zich niet altijd serieus genomen voelen. De Groninger wetenschapswinkels zetten zich sinds 1979 in voor het verbinden van maatschappelijke vragen aan onderzoek. Hoe zijn wetenschapswinkels ontstaan? En waar gaan we naartoe?

Democratisering van de wetenschap

Wetenschapswinkels ontstonden in Nederland als gevolg van sociale bewegingen in de jaren ’60 en ‘70. Veel studenten en progressieve stafleden vonden dat de universiteit te ver van de bevolking af stond en zich meer in dienst moest stellen van de samenleving. Zo ontstond het idee van een wetenschapswinkel: een loket waar vraag (van organisaties) en aanbod (onderzoekers) bij elkaar konden komen. “‘Gewone mensen’ zijn ook wel eens nieuwsgierig en lopen ook wel eens rond met vragen die door wetenschappelijk onderzoek zouden kunnen worden opgelost”, aldus de woorden van initiatiefnemer Hans Reddingius, die wel boekdelen spreken. In de interactie tussen burger en onderzoeker kreeg de ‘democratisering van de wetenschap’ concreet vorm.

Hoe ging dat in Groningen? In 1979 begint de RUG met vijf wetenschapswinkels, verbonden aan vijf verschillende faculteiten. Later komen daar nieuwe bij, die weer fuseren, worden wegbezuinigd, of in andere organisatieonderdelen opgaan. Tegenwoordig zijn er zes wetenschapswinkels in Groningen. De keuze voor deze decentrale organisatie was (en is nog steeds) om de diverse doelgroepen in de maatschappij goed te bedienen. Door de facultaire aanpak zijn de lijntjes met onderzoekers en studenten kort. Zo richtte de Natuurkundewinkel zich bijvoorbeeld op vragen over geluidsoverlast rond de A7 (conclusie: de metingen kloppen niet en dus moet de bestaande geluidswal worden opgehoogd), en de Chemiewinkel hield zich samen met actiegroepen bezig met stank van afvalwaterlozingen van aardappelmeelfabrieken (conclusie: de processen in de fabrieken moeten en kunnen schoner).

Wisselwerking

Veel wetenschapswinkel projecten zijn onlosmakelijk verbonden met ontwikkelingen in de maatschappij. Niet gek als je jezelf in dienst stelt van de maatschappij. Na de Tsjernobylramp in 1986 publiceert de Natuurkundewinkel een belangrijke brochure over het gevaar van radioactieve straling. De Onderwijswinkel doet een onderzoek naar migrantenkinderen in de klas door toenemende vluchtelingenstromen in de jaren ’90. Geïnspireerd door een groeiende aandacht voor vrouwenemancipatie voert de Wetenschapswinkel Geneesmiddelen een onderzoek uit naar de vraag of onderzoek naar de (bij)werking van medicijnen wel representatief is voor vrouwen.

Wetenschapswinkelprojecten kunnen tevens een bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen in gang zetten. Een vraag bij de Wetenschapswinkel Taal, Cultuur en Communicatie over cultuurspecifieke zorg voor Turkse ouderen belicht een problematiek die zich binnenkort aandient: hoe gaan we ouderen met een migratieachtergrond een goede oude dag geven?

Luis in de pels

Niet iedereen is altijd blij met het werk van de wetenschapswinkels. Onderzoek in het algemeen en wetenschapswinkelwerk in het bijzonder, kan ook een bepaalde maatschappelijke controverse oproepen. De Natuurkundewinkel deed bijvoorbeeld metingen naar het geluidsniveau van schietoefeningen van Defensie bij natuurgebied Marnewaard. Uit het onderzoek bleek dat het geluidsniveau te hoog lag, waardoor de aanleg van een tweede schietterrein werd voorkomen. Een behoorlijke aderlating voor Defensie, die het onderzoek van de winkel afdoen als het werk van “niet-capabele studenten”.

Soms leidt onderzoek aan de ‘rafelranden van de maatschappij’ tot merkwaardige taferelen. De Wetenschapswinkel Economie deed ooit een onderzoek naar het kweken van zilte grondgroentes, een duur product en dus een lucratieve onderneming. Oud-rector-magnificus van de Rijksuniversiteit Elmer Sterken stond voor zijn onderzoek onverwachts in de loods van ‘handelaar’ Zwarte Jopie: “We maakten natuurlijk een fout door in pak naar Zeeland te gaan. Aan die hele handel zat een vleugje illegaliteit, er werd ongetwijfeld zwart betaald en misschien was het wildplukken ook niet overal legaal.”

Samen kennis maken

Trendvolgers of trendsetters, boegbeelden of bemoeials: de wetenschapswinkels blijven een belangrijke schakel in de kennisuitwisseling tussen universiteit en maatschappij. Door het verbeteren van milieuvergunningen, het bestrijden van laaggeletterdheid, het verduurzamen van koffiekopjes, maar bovenal door een ambassadeur te zijn voor de universiteit in onze samenleving. Dat de wetenschapswinkels van Groningen in juni 2022 gastheer mogen zijn van het internationale wetenschapswinkelcongres Living Knowledge, is een mooie kers op de taart.

Laatst gewijzigd:04 april 2023 16:23
View this page in: English