De Kaartenbak

Kristien Piersma k.i.piersma@rc.rug.nl 

Medewerkers van de Rijksuniversiteit Groningen kunnen beschikken over een rijk arsenaal aan ICT-voorzieningen; de universitaire bestuurders doen er alles aan om het de mensen op de werkvloer zo goed mogelijk naar de zin te maken. Maar hoe zit het met de ICT-voorzieningen voor bijvoorbeeld visueel gehandicapten die werkzaam zijn aan de RUG?

Geert Joosten

Geert Joosten is docent statistiek aan de faculteit Economie en voorzitter van de Universiteitsraad en is slechtziend. Hij vertelt hoe hij in de praktijk met onze ICT-infrastructuur werkt.

"Ik weet niet of ik een bijzondere computergebruiker ben, er zijn meerdere mensen binnen de instelling die hulpmiddelen bij hun computer gebruiken. Ik kan grotere dingen nog waarnemen, zij het dat de wereld voor mij wel erg mistig is. Ik zeg altijd dat ik het van silhouetten en stemmen moet hebben. Door een verhoogde oogdruk zijn mijn oogzenuwen aangetast wat gezichtsuitval tot gevolg heeft. Ik beschik nog wel over bijna het volledige gezichtsveld, maar recht vooruit zie ik heel weinig. De rest-visus zit vooral in de rechterbovenhoek van mijn rechteroog.

Toen ik dit in 1992 onverwacht kreeg, waren net screenreader-programma’s beschikbaar. Bij deze tekst-naar-spraak-programma’s wordt de tekst op het scherm door middel van een systeem met een synthetische stem voorgelezen. Het was een IBM-systeem dat onder DOS werkte, alleen met het programma WordPerfect. Dat was toen ook voldoende.

Omdat ik nog wat rest-visus had, kreeg ik er een televisieloep bij. Die is geïntegreerd met de computer. Zo kan ik het scherm gebruiken als televisieloep of als gewoon pc-scherm. En er was nog een vrij zware scanner aan gekoppeld met programmatuur die ervoor zorgde dat een gescande tekst meteen in WordPerfect gepresenteerd werd. Als je dan materiaal kreeg dat niet digitaal was aangeleverd, kon je dat zelf met de scanner digitaliseren zodat je teksten vervolgens weer kon lezen.

Een paar jaar geleden werd het allemaal Windows en Word. Toen ben ik overgestapt op ‘Zoomtext-extra’, een vergrotingsprogramma uitgebreid met een spraakmodule. Verder heb ik de televisieloep nog steeds evenals een scanner, die overigens ook is aangepast. Nu wordt de gescande tekst omgezet in een Word-document.

Ik gebruik eigenlijk alleen maar Word. Excel kan wel, maar dan zit je met het probleem dat het spraaksysteem de regels van de spreadsheets horizontaal leest. Bij tabellen is dat natuurlijk heel vervelend. Cijfermatige opstellingen zijn überhaupt lastig met zo’n spraaksysteem. Dat doe ik dus meestal met de televisieloep.

Pegasus Mail werkt ook prima. Ik heb het zoomtext-programma zo geïnstalleerd dat ik een deel van het scherm als vergroting gebruik. De regel waar de cursor op staat, wordt bovenin het scherm vergroot weergegeven. Daarmee loop ik bijvoorbeeld even door een lijst met mailtjes, met een beetje turen lukt dat nog wel. Als ik een mailtje open, zet ik het spraaksysteem ‘Docreader’ erop, om het te laten voorlezen. Dat is wel handig.

Voor mijn werk in de binnenstad heb ik veel platte teksten, dat is niet zo’n probleem. Aan de faculteit Economie geef ik het vak statistiek. Daar is een spraaksysteem toch wel een stuk lastiger voor. Dan loop je voortdurend tegen formulewerk aan. Dat geeft problemen. Stukken platte tekst laat ik meestal voorlezen, als het tenminste digitaal beschikbaar is, en gelijktijdig de televisieloep erbij voor de formules, dan kom je er wel uit.

Als ik een nieuw boek heb met veel formulewerk, ben ik haast wel genoodzaakt om er in ieder geval één keer met de televisieloep doorheen te gaan. Dat gaat uiterst langzaam en is vermoeiend.

Een groot probleem voor visueel gehandicapten, maar ook voor andere groepen gehandicapten, zijn websites. Die zijn niet goed toegankelijk. Veel eigenzinnige indelingen en vaak veel plaatjes. Ik heb dan meestal geen overzicht en weet ook niet waar ik moet zoeken. Langzamerhand begint daar wat verandering in te komen. Organisaties zijn bezig met het opstellen van aanwijzingen en formuleren van voorwaarden waaraan een website moet voldoen om toegankelijk te zijn voor visueel gehandicapten.

Dit jaar is in Nederland onder auspiciën van de chronisch zieken- en gehandicaptenraad een groot project gestart, ‘Drempels weg’. Dat beoogt aan de ene kant website-ontwerpers ervan bewust te maken dat het nodig is om websites zodanig in te richten dat ze toegankelijk zijn voor iedereen. Dus ook voor mensen die visueel gehandicapt zijn, voor dyslectici of mensen met een motorische handicap die bijvoorbeeld het toetsenbord op een andere manier moeten besturen.

Aan de andere kant wordt bevorderd dat er richtlijnen komen waaraan voldaan moet zijn om die toegankelijkheid te waarborgen. Er zijn enkele ambassadeurs aangesteld die websites daarop beoordelen. Daarnaast heeft de Europese Commissie onlangs een document uitgebracht met richtlijnen waaraan in ieder geval overheidswebsites moeten voldoen. Er wordt dus steeds meer druk uitgeoefend om ervoor te zorgen dat de informatiemaatschappij niet aan ons voorbij gaat.

In het kader van het EU-‘non-discrrmination action programme’ ijvert de European Blind Union ervoor dat informatie op dezelfde tijd en tegen dezelfde kosten in de geëigende leesvorm beschikbaar is voor mensen met een leeshandicap als voor mensen zonder een dergelijke handicap.

Ik ga het internet wel op, ik ben ook nieuwsgierig. Mijn eigen ervaring is dat websites zo ingericht zouden moeten worden, dat ze echt overzichtelijk zijn en bij voorkeur een vaste structuur hebben. Navigeren is bijvoorbeeld een groot probleem. Op het moment dat je wat gevonden hebt, moet het resultaat op een zodanige manier worden gepresenteerd dat je het met een vergroting, een spraaksysteem of een braille-leesregel gemakkelijk kunt uitlezen zonder dat essentiële informatie verloren gaat.

Ik kan het handje van een link nog wel zien, maar moet dan heel lang zoeken voordat ik de muis op de goede plek heb. Even verschuiven en het is al mis. Het mooiste is als je een adres kent dat je intypt en onmiddellijk op de site terechtkomt waar je moet zijn. Alleen krijg je dan soms van die lange adressen. Maar het is beter dan surfen. Nadeel is natuurlijk dat je link-opties mist.

Websites veranderen ook regelmatig. De reisplanner van de NS bijvoorbeeld, is onlangs weer veranderd. Door de nieuwe lay-out weet je dan niet waar de dingen zitten. Geldt ook voor de KPN-site met het telefoonboek, die is nog niet zolang geleden ook weer wat veranderd. Je hebt de neiging om even in het telefoonboek op internet te kijken. Maar dat kost dan toch weer zoveel tijd dat je sneller kunt bellen of iemand vragen om even te helpen.

De telefoongids van de universiteit staat ook op intranet, maar wordt niet spraakondersteund. Als je een telefoonnummer wilt opzoeken, moet je het meteen goed intypen. Als je een typefout maakt, ben je even bezig. Of met een naam als ‘Van Dijk’ die veel voorkomt, moet je een lange lijst doorlopen voordat je de goeie hebt.

Ik ben vice-voorzitter van de Federatie Slechtzienden en Blindenbelang. Dat is een landelijke koepel van een aantal belangenbehartigingsorganisaties van blinden en slechtzienden, hun ouders en naastbetrokkenen. We zijn nu bezig met het project ‘Massaal digitaal’. ‘Massaal’ slaat op alle leden van onze doelgroep. Het project omhelst het maken van lesmateriaal voor verschillende programmatuur, zoals Word. En er moet natuurlijk een stelsel komen voor scholing en ondersteuning vanwege de specifieke software en apparatuur. Het is een vrij groot project om ervoor te zorgen dat blinden en slechtzienden geen digibeten worden en met elektronische hulpmiddelen gemakkelijker zelfstandig toegang krijgen tot informatie. Anders dan via voorlezen, braille- of grootletterlezen of audio-cassettes.

We leven steeds meer in een informatiemaatschappij en veel van die informatie kun je digitaal krijgen. Kranten staan bijvoorbeeld op websites, veel overheidsinformatie wordt op websites gezet. De universiteit maakt een elektronische leeromgeving, Blackboard; er zijn ook visueel gehandicapte studenten die hier toegang tot moeten krijgen.

Bij de universiteit wordt momenteel gewerkt aan een nieuwe website. Als ik dan die Europese richtlijnen voor websites onder ogen krijg, denk ik ‘Op lokaal niveau moet ook wat gebeuren.’ Dus heb ik gevraagd of de RUG-website er eigenlijk wel aan voldoet. Bij die richtlijnen horen testprogramma’s met de mogelijkheid om te kijken of dat zo is. De RUG kwam er naar wat ik gehoord heb niet zo slecht uit, maar er kunnen nog wel een aantal dingen verbeterd worden. Dat zal best lukken. Zo krijgen ook visueel gehandicapten het op hun werkplek naar hun zin en kunnen ze mede met behulp van toegankelijke ICT-voorzieningen actief aan het werk blijven."

Links

www.drempelsweg.nl 

 

 

Begin pagina


index Pictogram  6