Metabolic interventions in heart failure
| Promotie: | Dhr. H.G. (Harmen) Booij |
| Wanneer: | 26 juni 2017 |
| Aanvang: | 16:15 |
| Promotors: | R.A. (Rudolf) de Boer, prof. dr. W.H. (Wiek) van Gilst |
| Copromotors: | dr. B.D. Westenbrink, dr. H.H.W. (Herman) Sillje |
| Waar: | Academiegebouw RUG |
| Faculteit: | Medische Wetenschappen / UMCG |
Niet minder ziekenhuisopnames bij gebruik van bètablokkers na bypassoperatie
Patiënten die na een bypass-operatie bètablokkers krijgen voorgeschreven, krijgen niet minder vaak een nieuw hartinfarct en worden niet minder vaak opnieuw in het ziekenhuis opgenomen dan patiënten aan wie geen bètablokkers worden voorgeschreven. Dat concludeert Harmen Booij op basis van retrospectief onderzoek onder een groep van 2500 hartpatiënten met een laag risicoprofiel. Hij raadt aan om de medicatie die gegeven wordt na een hartinfarct opnieuw tegen het licht te houden.
De kans dat iemand hartfalen ontwikkelt, is bijna 1 op 3. De therapie voor hartfalen is de afgelopen decennia weliswaar steeds beter geworden, maar de vooruitzichten voor patiënten met hartfalen blijven vaak slechter dan die voor patiënten met kanker. Het hart is één van de grootste energieverbruikers in het lichaam. Wetenschappers denken dat verstoringen in de energiestofwisseling van het hart kunnen zorgen voor hartfalen. Booij onderzocht twee interventies met ‘metabole effecten’ in detail: bètablokkers en AKIP1, een lichaamseigen eiwit.
Booij stelt op basis van zijn onderzoek onder laagrisicopatiënten die een bypassoperatie hadden ondergaan ook vast dat diabetes samenhangt met een verhoogd risico op nieuw hartfalen. Hij oppert dat in dit geval waarschijnlijk diabetische cardiomyopathie (een verstoorde hartspierfunctie door diabetes) ten grondslag ligt aan de ontwikkeling van hartfalen. Een snel herstel van de doorbloeding na een hartaanval is cruciaal om de schade te beperken en nieuwe problemen te voorkomen. Tegenwoordig lukt dit steeds beter. Daarom moeten artsen volgens Booij nog eens kritisch kijken of de medicijnen die vroeger werden gegeven, zoals bètablokkers, nog wel nodig zijn voor alle patiënten die een hartinfarct hebben gehad.
Harmen Booij (1986) studeerde geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij verrichte zijn promotieonderzoek binnen onderzoeksinstituut GUIDE van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Het onderzoek werd gefinancierd door de Nederlandse Hartstichting. De titel van zijn proefschrift is: “Metabolic interventions in heart failure”.