Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Implant-supported removable partial dentures in the mandible

Promotie:dr. C. (Charlotte) Jensen-Louwerse
Wanneer:19 april 2017
Aanvang:16:15
Promotors:prof. dr. M.S. (Marco) Cune, prof. dr. H.J.A. (Henny) Meijer, prof. dr. G.M. (Gerry) Raghoebar
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
Implant-supported removable partial dentures in the mandible

Minder klachten bij implantaat-gesteunde frameprothese in de onderkaak

Bij mensen die in de onderkaak alleen nog voortanden hebben, is een frameprothese die steunt op implantaten beter dan een conventionele ‘losse’ frameprothese die alleen op het tandvlees en de eigen tanden steunt. Dat concludeert Charlotte Jensen-Louwerse in haar proefschrift. Zij stelt ook vast dat de implantaten het beste meer naar voren geplaatst kunnen worden voor de mondgezondheid op langere termijn, hoewel de meeste patiënten zelf de implantaten liever wat verder naar achteren hebben.

Mensen die in hun onderkaak alleen nog tanden hebben en geen kiezen, vinden het vaak prettig om de tandboog aan te vullen met een gebitsprothese. De veel gebruikte losse frameprothesen gaven veel ongemak en functionele problemen, vaak tot wanhoop van patiënten en tandartsen. Uit eerder onderzoek bleek al dat frame-prothesen op implantaten goede resultaten gaven, maar dit was bij de start van het onderzoek nooit goed wetenschappelijk onderzocht.

Jensen-Louwerse vergeleek onder andere de mondgezondheid en de tevredenheid van de patiënten met een losse frameprothese en een implantaat-gesteunde frameprothese en concludeert dat de implantaat-gesteunde prothesen inderdaad betere uitkomsten geven, ondanks technische en biologische complicaties die soms optreden. Patiënten lijken een lichte voorkeur te hebben voor implantaatsteun wat verder achterin de mond, bij de grote kiezen, maar daar blijkt het tandvlees rondom de  implantaten vaker te bloeden, mogelijk omdat ze moeilijker schoon te houden zijn. Ook concludeert Jensen-Louwerse dat het ondersteunen van de prothese met implantaten wel kosteneffectief kan zijn, afhankelijk van de bereidheid van de patiënt om in het beoogde effect te investeren. Tot slot onderzocht Jensen- Louwerse hoe implantologen het beste kunnen beoordelen of er genoeg bot is voor implantaten bij deze zelfde patiëntengroep. Zij vergeleek daarom de nauwkeurigheid van een panoramische röntgenfoto met een cone beam computed tomography (CBCT) en concludeert dat een panoramische röntgenfoto in de meeste gevallen voldoende is.

Charlotte Jensen-Louwerse (1975) studeerde tandheelkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Haar onderzoek valt binnen onderzoeksprogramma KOLFF-3 van het Kolff Institute van het UMCG. Het onderzoek is gedeeltelijk gefinancierd door International Team for Implantology (ITI) in Bazel, Zwitserland. Met het onderzoek won Jensen-Louwerse een prijs op een internationaal congres in Parijs voor de beste klinische studie op het gebied van prothetisch voorzieningen op implantaten. Jensen-Louwerse is werkzaam bij het UMCG Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde als tandartsimplantoloog, onderzoeker en docent.