Financial Inclusion: progress, motivations and impact

Arme Chinese huishoudens kunnen microfinanciering gebruiken om aan armoede te ontsnappen

Linyang Ji onderzocht de economische resultaten van het leengedrag van huishoudens door te bepalen wat de drijfveren zijn voor huishoudens om van banken te lenen. Met data van het Chinese Household Finance Survey toont zij aan dat de hoogte van het inkomen van een huishouden vergeleken met  gelijksoortige huishoudens sterk van invloed is op de waarschijnlijkheid dat er een krediet bij een bank wordt aangevraagd. Dit motiverende effect van inkomensvergelijking is met name sterk onder arme huishoudens met een (relatief) lager inkomen dan dat van vergelijkbare huishoudens.

Volgens Ji zijn er twee mogelijke verklaringen voor dat effect. De eerste is het fenomeen dat men ‘niet wil onderdoen voor de buren’, waarbij armen streven naar financiering ten bate van kostbare consumptie-uitgaven om zo het consumptiegedrag van meer welgestelden te kunnen imiteren, wat leidt tot aanhoudende armoede. De tweede verklaring is het 'tunneleffect', waarbij de armen geïnspireerd worden door het economische succes van meer welvarenden, en gestimuleerd worden om met geleend geld te investeren. Ji vindt geen empirisch bewijs voor het ‘niet willen onderdoen voor de buren’, maar komt wel tot de conclusie dat kredietaanvragers significant meer investeren in menselijk kapitaal dan niet-aanvragers. Dat lijkt erop te wijzen dat het tunneleffect de belangrijkste stimulans is voor relatief arme huishoudens om deel te nemen aan de kredietmarkt. Haar resultaten leveren empirisch bewijs voor het idee dat arme huishoudens financiering kunnen gebruiken om aan armoede te ontsnappen.

Proefschrift: http://hdl.handle.net/11370/45d92960-251d-4f23-8c8b-f02700ea3545