Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Prevention and care of chemotherapy-induced gastrointestinal mucositis

Promotie:Mw. N.S.S. (Nicoline) Kuiken
Wanneer:08 mei 2017
Aanvang:14:30
Promotors:prof. dr. E.H.H.M. Rings, prof. dr. A.K. Groen
Copromotor:prof. dr. W.J.E. Tissing
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
Prevention and care of chemotherapy-induced gastrointestinal
mucositis

Voedingsstrategie tijdens mucositis kan beter

Wereldwijd hanteren ziekenhuizen verschillende strategieën om ervoor te zorgen dat kinderen met mucositis – een ernstige ontsteking van het maagdarmkanaal door chemotherapie – toch voldoende voedingsstoffen binnenkrijgen. Tot die conclusie komt Nicoline Kuiken op basis van onderzoek in Nederland en daarbuiten. Vervolgonderzoek moet volgens haar uitwijzen wat de beste voedingsstrategie is.

Door gespecialiseerde centra, multidisciplinaire teams en intensievere behandelprotocollen zijn de vooruitzichten van kinderen met kanker de afgelopen jaren steeds beter geworden. De keerzijde van dit succes is dat het aantal bijwerkingen is toegenomen. Mucositis, een complexe ontstekingsreactie van het complete maagdarmkanaal, is één van die bijwerkingen. Kinderen met mucositis hebben last van misselijkheid, braken, buikpijn en diarree. Dat maakt het lastig om genoeg te eten en daardoor zo sterk mogelijk te zijn om de chemotherapie goed te verdragen. 

Wetenschappers gaan ervan uit dat we vijf fasen kunnen onderscheiden in het ontstaan van mucositis. Het afremmen van één van die processen kan daardoor mogelijk helpen om mucositis te verminderen. Kuiken bestudeerde in proefdieronderzoek drie interventies in detail: het toedienen van orale insuline, het afremmen van de ontstekingsfactor TNF-a en beïnvloeden van galzoutsynthese. Opmerkelijk genoeg bleek geen van deze interventies te leiden tot een vermindering van de ernst van mucositis in de proefdieren. Kuiken raadt dan ook nieuwe factoren in het vijf-fasen-ziektemodel op te nemen, zoals galzouten en microbiota, en om de juistheid van het model verder te onderzoeken.

In het laatste deel van haar proefschrift beschrijft Kuiken hoe verschillende centra omgaan met pijnbestrijding en voedingsondersteuning. Vooral het binnenkrijgen van genoeg voedingsstoffen is van belang, maar er is nog geen klinisch onderzoek dat laat zien welke voedingsstrategie het beste is. Bij gebrek aan bewijs hanteren verschillende centra hun eigen richtlijnen. Zo kan voedingsondersteuning op twee manieren worden toegepast (enteraal als sondevoeding, via het maagdarmkanaal, of parenteraal, dat wil zeggen niet via het maagdarmkanaal) en is nu nog onduidelijk welke methode het beste is om het herstel te beïnvloeden. Dat onderzoekt de groep waarvan Kuiken deel uitmaakte nu in een studie onder volwassenen.

Nicoline Kuiken (1988) studeerde geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij verrichtte haar promotieonderzoek binnen de afdeling Kindergeneeskunde en binnen onderzoeksinstituut GUIDE van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Het onderzoek werd gefinancierd door KWF Kankerbestrijding. Kuiken is nu in opleiding tot huisarts.