Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Migrant family matters

Comparing patterns of intergenerational solidarity and partner separation in the Netherlands
Promotie:Mw. E.N. (Ilse) Rooijackers
Wanneer:05 oktober 2017
Aanvang:12:45
Promotor:H.A.G. (Helga) de Valk, Prof
Copromotor:dr. E.-.M. Merz
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Ruimtelijke Wetenschappen
Migrant family matters

Weinig verschil tussen familierelaties van migranten en autochtonen

Ilse Rooijackers onderzocht twee actuele familiethema’s onder de vier grootste niet-Westerse migrantengroepen in Nederland: personen van Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse afkomst. Zij analyseerde het verbreken van partnerrelaties (scheidingen) en de solidariteit tussen ouders en volwassen kinderen. Rooijackers constateerde dat relaties vooral worden gevormd door de omstandigheden en niet door de afkomst van families. Er bestaan aanzienlijke verschillen binnen de vier migrantengroepen. Bovendien waren de overeenkomsten tussen migranten en autochtonen prominenter dan de verschillen, vooral op het gebied van een sterke emotionele band tussen moeder en kind.

Rooijackers toont aan dat vraagstukken als ouderenzorg en het toenemend aantal scheidingen ook de migrantenpopulatie treffen. Ten tweede rijst de vraag wat de juiste vergelijkingsgroepen zijn om familierelaties in de huidige, cultureel diverse Noordwest-Europese samenlevingen te begrijpen. Door teveel nadruk te leggen op het onderscheid tussen allochtonen en autochtonen verkrijgen we een incompleet beeld dat geen recht doet aan de diversiteit van migrantenfamilies, stelt Rooijackers.

Vaak worden “Westerse” en “niet-Westerse” normen tegenover elkaar gezet. De thesis van Rooijackers laat zien dat, in ieder geval wat betreft familienormen, het één het ander niet uitsluit. Surinaamse en Antilliaanse ouderen in het onderzoek onderschreven zowel het belang van familieverplichtingen als de onafhankelijkheid van henzelf en hun kinderen. Deze idealen zijn in grote lijnen gelijk aan de huidige doelen van het familiebeleid in Nederland, gericht op het bevorderen van de zelfredzaamheid van ouderen en het vergroten van de rol van informele zorg (ten opzichte van overheidshulp). Op het gebied van moeder-kindrelaties verschilden migranten en Nederlandse families het meest in de aanwezigheid van praktische hulp: bij migrantenfamilies kwam wederkerigheid in praktische én emotionele steun vaker voor.

Turkse en Marokkaanse vrouwen scheiden minder vaak dan Nederlandse vrouwen, maar de scheidingsaantallen onder deze migrantengroepen nemen gedurende de laatste generaties wel toe. Surinaamse en Antilliaanse vrouwen hebben de grootste kans om te scheiden en dit geldt voor zowel eerste- als tweedegeneratie immigranten. Samengenomen wijzen deze resultaten erop dat de effecten van migratie en acculturatie verschillend kunnen uitvallen, afhankelijk van de specifieke combinatie tussen herkomst en aankomstland. Rooijackers constateerde ook veel variatie binnen en tussen families van dezelfde (niet-Westerse) afkomst: individuele, sociaal-demografische en levensloopkenmerken, evenals uiteenlopende manieren van omgaan met het migratieproces, hebben allemaal effect op familiegedrag.