Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Flexible filter feeders

The gelatinous zooplankton community in the Netherlands after the invasion of the ctenophore Mnemiopsis leidyi
Promotie:Dhr. L. van Walraven
Wanneer:18 november 2016
Aanvang:14:30
Promotor:prof. dr. T. (Theunis) Piersma
Copromotors:dr. H.W. van der Veer, dr. V. Langenberg
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Science and Engineering
Flexible filter feeders

Amerikaanse ribkwal bedreiging voor Nederlandse haring, sprot en ansjovis

Of kwallen wereldwijd steeds meer voorkomen, is een onderwerp van discussie, maar ze zorgen in ieder geval wel steeds vaker voor problemen zoals verstopte visnetten, verstopte koelwaterinlaten of wegblijvende toeristen. In Nederlandse kustwateren zorgde de vondst van de invasieve Amerikaanse ribkwal Mnemiopsis leidyi voor hernieuwde interesse in deze diverse diergroep. In 2010 startte Lodewijk van Walraven een onderzoek naar kwalachtigen in Nederlandse wateren, in een samenwerkingsverband tussen NIOZ Koninklijk Instituut voor Zeeonderzoek en Deltares.

Vijftig jaar kwallenvangsten in een visfuik op Texel laten zien dat schijfkwallen na warmere winters vroeger in het jaar verschijnen. Het aantal gevangen kwallen was afgenomen. Ook naar poliepen (bodemstadia van kwallen) is er gezocht op veel plekken in de Nederlandse kustwateren: op de bodem, op wrakken en in havens. Helaas zijn alleen poliepen van de oorkwal gevonden. Kennis van het voorkomen van de poliepen kan zorgen voor een betere voorspelling van kwallenproblemen in de toekomst.

De Amerikaanse ribkwal is nu de algemeenste kwalachtige in Nederlandse. Experimenten toonden aan dat deze soort zich ook in zeer brak water kan voortplanten. Computermodellen van verspreiding, overleving, voortplanting en groei van de ribkwallen bij verschillende temperaturen en voedselbeschikbaarheid voorspellen dat de Amerikaanse ribkwal zich vanuit Nederlandse wateren naar andere Europese wateren kan verspreiden. Als de Nederlandse kustwateren warmer worden, zou de ribkwal zich meer en eerder kunnen voortplanten en veel dierlijk plankton weg kunnen eten, met gevolgen voor voedselbeschikbaarheid voor andere kwalachtigen en vissen als haring, sprot en ansjovis.

Lodewijk van Walraven promoveert aan de RUG op onderzoek dat hij uitvoerde bij de NIOZ Koninklijk Instituut voor Zeeonderzoek en Deltares,  en bij de vakgroep Dierecologie van RUG-instituut GELIFES. Hij vervolgt zijn loopbaan als postdoc en onderzoeker duurzame visserij bij NIOZ en Good Fish Foundation.