Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Osteoporosis, identification and treatment in fracture patients

An essential part of fracture management in elderly patients
Promotie:Dhr. G. (Gijs) de Klerk
Wanneer:09 januari 2017
Aanvang:14:30
Promotors:prof. dr. H.J. ten Duis, prof. dr. J.P.J. (Joris) Slaets
Copromotor:dr. J.H. Hegeman
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
Osteoporosis, identification and treatment in fracture patients

Screening op osteoporose bij oudere fractuurpatiënt schiet tekort

De helft van de patiënten van vijftigplus die zich met een botbreuk in het ziekenhuis melden, wordt niet gescreend op osteoporose (botontkalking). Dat gaat in tegen het advies van de Nederlandse richtlijn “Osteoporose en Fractuurpreventie”. Traumachirurg Gijs de Klerk concludeert dan ook dat de screening op dit moment tekort schiet. In zijn proefschrift geeft hij verschillende manieren aan om de screening op botontkalking te verbeteren.

Botontkalking komt veel voor en wordt veroorzaakt door een lage botmineraaldichtheid  en/of een slechte botkwaliteit. Hierdoor wordt het risico op een botbreuk groter. Van oudsher wordt de screening op botontkalking gedaan door het meten van de botmineraaldichtheid. Dat gebeurt met de afbeeldingstechniek Dual Energy X-ray Absorptiometry (DEXA). Door de inzet van andere meetmethoden kan het percentage patiënten dat gescreend wordt op botontkalking volgens De Klerk toenemen.

Onafhankelijk van de botmineraaldichtheid is een wervelbreuk een bewijs voor botontkalking. De Klerk beschrijft dat wervelbreuken voorkomen bij 42% van de patiënten ouder dan 50 jaar die in het ziekenhuis komen met een botbreuk. Opvallend is dat slechts 1 op de 5 patiënten met een wervelbreuk klachten ervaart. Het afbeelden van de wervelkolom is dus belangrijk om deze breuk op te sporen. Een wervelkolomfoto kan een eerste stap zijn in de screening op botontkalking.

Verder beschrijft de promovendus dat patiënten met botontkalking en een polsfractuur een grotere kans hebben op scheefstand, vroege instabiliteit en late standsafwijkingen van de pols. Het vroegtijdig vaststellen van botontkalking zou dus de behandelkeuze kunnen beïnvloeden: operatief of conservatief. Helaas bleek de ernst van de polsbreuk niets te zeggen over de botmineraaldichtheid. Een polsfoto kan dus niet gebruikt worden in de screening op botontkalking.

Naast DEXA kan de Calscan gebruikt worden om de botmineraaldichtheid te bepalen. Dit mobiele apparaat combineert DEXA met lasertechnologie. De Klerk concludeert op basis van zijn onderzoek dat de Calscan een betrouwbare meetmethode is, waarbij het mogelijk is de helft van de patiënten te classificeren. Door gebruik van de Calscan kan het aantal vijftigplussers met botbreuken dat gescreend wordt op botontkalking stijgen. Doordat de Calscan op de verpleegafdeling gebruikt kan worden, kan ook het percentage kwetsbare ouderen dat onderzocht wordt op osteoporose toenemen.

Gijs de Klerk (1977) studeerde geneeskunde aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en volgde daarna de opleiding tot chirurg in het Universitair Medisch Centrum Utrecht en de Ziekenhuisgroep Twente. Hij verrichtte zijn promotieonderzoek binnen onderzoeksinstituut NIOZI van het Universitair Medisch Centrum Groningen. De Klerk werkt sinds 2014 als traumachirurg in het Admiraal de Ruyter Ziekenhuis in Goes.