Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Faculty of Science and Engineering Promoties

Diversity in sporulation and spore properties of foodborne Bacillus strains

Promotie:Mw. A.O. Krawczyk
Wanneer:08 september 2017
Aanvang:14:30
Promotor:O.P. (Oscar P) Kuipers
Copromotor:dr. R.T. Eijlander
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Science and Engineering
Diversity in sporulation and spore properties of foodborne
Bacillus strains

Bestrijding sporulatie bacteriën in voedselindustrie moet anders

De bevindingen van Antonina Krawczyk over de sporulatie van bacteriën hebben belangrijke consequenties voor de huidige gang van zaken binnen de voedingsmiddelenindustrie en trekken de huidige procedures en technieken in twijfel. Bovendien doet zij suggesties voor de detectie van problematische spoorvormers.

Bacteriële sporulatie is een laatste strategie tegen uithongering, en resulteert in de formatie van inactieve, resistente (endo)sporen. Sporen vormen een groot probleem voor de voedselindustrie, omdat behandelingsmethoden deze verontreinigende elementen meestal niet volledig inactiveren. Hierdoor kunnen overlevende sporen germineren en uitgroeien tot een nieuwe populatie, resulterend in voedeselbederf. Heterogeniteit op spore/cel niveau en variatie tussen stammen in sporulatie-eigenschappen belemmeren voorspellingen en controle over sporen in de voedselindustrie.

Het proefschrift van Antonina Krawczyk beschrijft deze twee fenomenen uitgebreid in model-laboratoriumstammen en industrieel relevante Bacillus-isolaten uit voedsel. Ten eerste heeft Krawczyk met fluorescentiemicroscopie het voorkomen van het "sporulatie lyse" fenotype in sporulerende genetisch identieke cellen van B.subtilis aangetoond, wat een ander aspect van sporulatie gerelateerde heterogeniteit laat zien. Ten tweede liet RNA-seq conservatie zien van sporulatie genexpressie programma's in B. subtilis en B. amyloliqueafaciens stammen. Dit suggereert dat de verschillende fenotypische eigenschappen van hun sporen het gevolg zijn van verschillen in de aanwezigheid van genen en sequenties, in plaats van het transcriptiegedrag van de stammen. Tenslotte zijn de germinatiefenotypes in verband gebracht met de genomische inhoud van B. subtilis en B. thermoamylovorans. Dit heeft geleid tot de identificatie van genetische factoren die verantwoordelijk zijn voor inter-stam variatie, zoals het spoVA2mob operon en sequenties van ger genen. 

Antonina Krawczyk promoveert aan de Rijksuniversiteit Groningen op onderzoek dat zij uitvoerde bij de afdeling Moleculaire Genetica van het Groningen Biomolecular Sciences and Biotechnology Institute, GBB. Het werd gefinancierd door Top Institute Food and Nutrition  (TIFN).