Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws Nieuwsberichten

Psychische verlamming in arm geen aanstellerij

25 oktober 2011

Patiënten met onverklaarde verlammingen in hun arm, blijken een andere werking van hun hersenen te hebben. Een deel van hun hersenen is bij bewegingen minder actief dan bij gezonde mensen of bij mensen die bewust een verlamming nabootsen. Hersenscans laten zien hoe onze hersenen in staat zijn onopzettelijk en onbewust bepaalde functies zoals bewegen, spreken of zien uit te schakelen in reactie op psychologische stress. Dit biedt een belangrijk aanknopingspunt voor artsen en patiënten voor de behandeling van lichamelijke symptomen die samenhangen met psychologische stress. Dit blijkt uit een studie van hersenonderzoeker Marije van Beilen van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Zij publiceert hierover vandaag in PLoS ONE. 

In haar onderzoek richtte Van Beilen zich specifiek op de hersenactiviteiten bij onverklaarde verlammingen in de armen. Zij volgde daartoe negen patiënten met een lichamelijk onverklaarde verlamming en 35 gezonde vrijwilligers waarvan 14 een verlamming nabootsten, in de fMRI-scanner. De deelnemers aan de studie werden gevraagd hun hand te bewegen en zich in te beelden dat ze de hand bewogen. Hierdoor kon zij patiënten vergelijken met gezonde mensen die de stoornis opzettelijk nabootsten of die normaal bewogen.

 

Resultaten onderzoek

Uit het onderzoek blijkt dat twee gedeelten van de hersenen minder actief zijn bij de patiënten. De eerste, de precuneus, is het deel van de hersenen dat vooral is betrokken bij psychologische functies, zoals bewustzijn, zelfreflectie en het geheugen voor persoonlijke levenservaringen. Dat dit gebied in de hersenen minder actief is, geeft inzicht in hoe psychologische factoren als stress of depressie, lichamelijke symptomen kunnen veroorzaken. Het tweede hersendeel, de gyrus supramarginalis, is betrokken bij bewegingen. Dit deel van de hersenen is minder actief bij de patiënten, ook wanneer ze hun gezonde arm gebruiken en zelfs wanneer ze alleen maar aan bewegen denken.

 

Betekenis uitkomsten

Voor patiënten en artsen betekent dit dat nu duidelijk is dat onverklaarde lichamelijke klachten gepaard kunnen gaan met afwijkingen in de hersenfunctie. Dit soort klachten die ‘tussen de oren’ zitten zijn regelmatig reden voor ergernis tussen artsen en patiënten: artsen kunnen een grote groep patiënten onvoldoende helpen en patiënten kunnen het gevoel hebben dat ze zich aanstellen. De uitkomsten van Van Beilens onderzoek kunnen de medische blik op lichamelijk onvoldoende begrepen klachten in het algemeen veranderen. Van Beilen hoopt dat artsen en patiënten elkaar beter kunnen begrijpen en er meer motivatie en mogelijkheden voor behandeling kunnen ontstaan.

 

Lichamelijk onvoldoende verklaarde klachten

Lichamelijk onvoldoende verklaarde klachten komen veel voor en hebben vele verschijningsvormen, zoals onverklaarde (buik-, spier-, hoofd)pijn, vermoeidheid of neurologische en gynaecologische klachten. Vaak in samenhang met psychologische stress ontstaan lichamelijk symptomen, die vervolgens chronisch kunnen worden. Deze klachten worden niet opzettelijk voorgewend. De symptomen zijn echter bijna identiek aan opzettelijk nagebootste klachten, wat patiënten het gevoel kan geven dat ze niet serieus genomen worden.

Noot voor de redactie

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de afdeling persvoorlichting van het UMCG, bereikbaar op telefoonnummer (050) 361 22 00.
 

Laatst gewijzigd:13 maart 2020 01:53
View this page in: English

Meer nieuws