Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Evenementen Promoties

Exploring anti-fibrotic drugs

Focusing on an ex vivo model of fibrosis
Promotie:Dhr. T. (Theerut) Luangmonkong
Wanneer:27 november 2017
Aanvang:09:00
Promotors:prof. dr. P. (Peter) Olinga, prof. dr. C. Suthisisang
Copromotor:dr. H.A.M. Mutsaers
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Science and Engineering
Exploring anti-fibrotic drugs

Veelbelovend nieuw model niet-alcoholische leververvetting voor toekomstig geneesmiddelenonderzoek 

Met behulp van flinterdunne weefselplakjes, zogeheten precision-cut slices, heeft Theerut Luangmonkong het fenomeen leverfibrose buiten het lichaam (ex vivo) nagebootst en verschillende stoffen getest op hun anti-fibrotische werking.

Als een orgaan door ziekte beschadigd raakt, zet het lichaam een ingewikkeld proces in gang om de schade te herstellen. Soms wordt daarbij zoveel littekenweefsel (fibrose) gevormd, dat iemand van de regen in de drup belandt. In plaats van beter gaat het orgaan steeds slechter functioneren en in het ergste geval houdt het er gewoon mee op. In de Westerse wereld is 45% van alle sterfgevallen het gevolg van ziekten die gepaard gaan met fibrose. Tot op heden zijn er geen effectieve medicijnen voorhanden.

In deel 1 van zijn proefschrift beschrijft Luangmonkong het pathofysiologisch mechanisme van leverfibrose en de anti-fibrotische werking van diverse kandidaat-medicijnen. Hij toont aan dat Galunisertib, een remmer van de pro-fibrotische factor TGF-beta, een veelbelovend middel is tegen leverfibrose. Om de klinische effectiviteit in kaart te brengen is aanvullend (humaan) onderzoek nodig. Ook laat Luangmonkong zien dat het gelijktijdig remmen van meerdere signaalroutes en groeifactoren een synergistisch effect heeft. Anders gezegd: 1 + 1 = 3. Dit impliceert dat een geschikt medicijn tegen fibrose op meerdere fronten actief moet zijn.

In deel 2 beschrijft Luangmonkong de ontwikkeling van een nieuw experimenteel ziektemodel voor niet-alcoholische leververvetting. Dit model is een waardevolle toevoeging binnen het onderzoeksveld van orgaanfibrose en uitermate geschikt voor toekomstig geneesmiddelenonderzoek.