Skip to ContentSkip to Navigation
Over ons Actueel Nieuws

Optimization of nodule management in low-dose CT lung cancer screening

Promotie:dr. M.A. Heuvelmans
Wanneer:21 december 2015
Aanvang:14:30
Promotors:prof. dr. M. (Matthijs) Oudkerk, prof. dr. H.J.M. (Harry) Groen, prof. dr. R. (Rozemarijn) Vliegenthart
Waar:Academiegebouw RUG
Faculteit:Medische Wetenschappen / UMCG
Optimization of nodule management in low-dose CT lung cancer
screening

Resultaten longkankerscreening kunnen worden aangescherpt

In de Verenigde Staten wordt voor langdurige (ex-)rokers een longkankerscreening op basis van CT-scans met een lage dosis straling ingevoerd. UMCG-onderzoeker Marjolein Heuvelmans stelt in haar proefschrift dat een methode om het volume van longnodules te meten, in plaats van de diameter, het grote aantal fout-positieve resultaten van deze screening aanzienlijk verlaagt.

Vroege opsporing van longkanker is voor de kans op genezing van essentieel belang. De Amerikaanse screening voor mensen met een verhoogd risico van longkanker leidt tot een afname van 20% van het aantal patiënten dat overlijdt aan de ziekte. Een groot nadeel van deze screening zijn de vele fout-positieve uitslagen (tot 27%), die leiden tot onnodige vervolgscans, belastende ingrepen en angst voor kanker bij de patiënt. Nederlandse en Belgische wetenschappers onderzoeken of longkankerscreening ook hier zou kunnen leiden tot longkankersterftedaling. Het unieke, op volume gebaseerde screeningsprotocol van deze NELSON-studie leidt tot tien maal minder fout-positieve screeningsuitslagen dan bij de Amerikaanse studie.

Heuvelmans beschrijft in haar proefschrift een aantal manieren waarop de screening verder kan worden verbeterd. Uit haar onderzoek blijkt dat meten van het volume van longnodules, vlekjes op de CT-scan die kunnen wijzen op longkanker, veel nauwkeuriger is dan meten van de diameter. Ook het observeren van de verdubbelingstijd van het nodulevolume is van belang. Daarnaast kunnen de grenswaarden voor volume en verdubbelingstijd die het onderscheid bepalen tussen negatieve, intermediaire en positieve uitslagen volgens Heuvelmans worden aangescherpt. Voor nieuwe nodules zouden aparte, strengere richtlijnen moeten worden opgesteld. Tot slot pleit Heuvelmans ervoor radiologen een kleine vrijheid te geven om in bepaalde gevallen af te wijken van het screeningsprotocol.

Marjolein Heuvelmans (1988) studeert geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen en volgt een MD/PhD-traject. Zij voerde haar promotieonderzoek uit bij de afdelingen Radiologie en Longgeneeskunde van het UMCG. Het onderzoek werd gefinancierd vanuit de Junior Scientific Masterclass van het UMCG en door ZonMW, KWF en stichting RvvZ. Heuvelmans werkt als co-assistent en gaat na het afronden van haar studie aan de slag als arts-assistent longgeneeskunde bij Medisch Spectrum Twente in Enschede en als postdoctoraal onderzoeker bij het UMCG.