Cross-border patent infringement litigation within the European Union
Promotie: | Dhr. M.C.A. (Michael) Kant |
Wanneer: | 17 december 2015 |
Aanvang: | 09:00 |
Promotors: | prof. mr. dr. M.H. (Mathijs) ten Wolde, prof. mr. dr. J.B. (Jan Berend) Wezeman |
Waar: | Academiegebouw RUG |
Faculteit: | Rechtsgeleerdheid |
Analyse van tekortkomingen in Brussel Ibis-Verordening aangaande octrooi-inbreukprocedures
Michael Kant presenteert in zijn proefschrift een gedetailleerde analyse van de vraag welke tekortkomingen er op dit moment bestaan met betrekking tot de rechtsmachtregels uit de Brussel Ibis-Verordening die gelden voor octrooi-inbreukprocedures. In onze moderne geïndustrialiseerde samenleving vormen intellectuele eigendomsrechten (‘ie-rechten’), en in het bijzonder octrooien, voor veel bedrijven en particulieren de essentiële basis voor hun bedrijfsactiviteiten. In het licht hiervan is een adequate bescherming van ie-rechten voor deze bedrijven van eminent belang. Binnen de Europese juridische kaders voorziet de Brussel Ibis-Verordening in specifieke regels voor grensoverschrijdende octrooi-inbreukprocedures. Die regels vertonen echter aanzienlijke tekortkomingen als het gaat om de vraag in welke mate een adequate octrooibescherming en -handhaving worden gewaarborgd.
Op basis van de overtuiging dat de algemene rechtsmachtbepalingen (volgens de Brussel Ibis-Verordening) ook van toepassing zouden moeten zijn op grensoverschrijdende octrooi-inbreukzaken en in het licht van de analyse van de huidige tekortkomingen in het systeem van de Brussel Ibis-Verordening, doet Kant voorstellen tot aanpassing van de desbetreffende bepalingen. Dit gebeurt onder meer ook door verwijzing naar bestaande voorstellen tot herziening. In het proefschrift worden ten slotte de instelling van het Europese octrooi met eenvormige werking en het Eengemaakt Octrooigerecht (EOG) beschouwd als alternatief voor het huidige systeem van nationale octrooien en reguliere Europese octrooien zonder een speciale Europese octrooirechter, terwijl twijfels blijven bestaan ten aanzien van de vragen of de instelling van het EOG de rechtszekerheid zal vergroten, of het effectief zal kunnen functioneren en of het een reductie van kosten teweeg zal brengen.
Michael Kant verrichtte zijn onderzoek binnen het onderzoeksprogramma Public Interests and Private Relationships aan het onderzoeksinstituut GCL van de Faculteit Rechtsgeleerdheid van de RUG.